Richard is sinds januari 2019 schuldhulpmaatje in Gouda en Waddinxveen. Daarvoor was hij al enkele jaren actief in zijn vroegere woonplaats.
Richard, waarom ben je eigenlijk schuldhulpmaatje geworden?
“ Mijn ouders leerden mij vroeger al jong hoe ik goed met mijn geld moest omgaan. Toen ik volwassen was, merkte ik dat dit niet alleen handig is, maar dat ik het ook leuk vind om anderen met geldzaken te helpen. Regelmatig klopten mensen bij mij aan met vragen over bijvoorbeeld uitkeringen en ontslag. Een aantal jaren geleden hielp ik een vrouw met kinderen die uit huis gezet werd vanwege problematische schulden. Dat maakte zoveel indruk op me, dat ik besloot meer voor mijn medemens te gaan doen op dit vlak. Omdat ik had gezien dat er heel veel kan spelen rond schuldproblematiek, vond ik het belangrijk dat ik goed opgeleid werd. Daarom heb ik me bij SchuldHulpMaatje gemeld. Tijdens de driedaagse training die ieder maatje krijgt, heb ik inderdaad veel geleerd wat ik in de praktijk kan toepassen.”
En hoe vind je het in de praktijk?
“Het leuke is dat elke casus uniek is, zodat je met een diversiteit van mensen te maken krijgt. En iedere hulpvrager heeft z’n eigen aanpak of insteek nodig. Door eerst de tijd te nemen en de hulpvrager beter te leren kennen probeer ik een vertrouwensband op te bouwen waardoor de samenwerking beter kan verlopen.
Soms is de problematiek is zo groot dat het de hulpvrager kan verlammen. Dan is het belangrijk om geduld te hebben en vooral ook te focussen op het motiveren van zo’n man of vrouw. Als we dan toch stapje voor stapje vooruit kunnen zetten, koester ik het succes en dat geeft dan ook weer energie om een nieuwe casus te beginnen.
Voor mij is het belangrijk dat er regelmatig contact is met de coördinator en de andere maatjes tijdens de georganiseerde bijeenkomsten. En het contact met de gemeentelijke schuldhulpverlening en andere betrokken organisaties is hartstikke leuk en interessant.”
Hoe zie jij jouw rol als maatje?
“Ons uitgangspunt is dat de hulpvrager altijd zelf verantwoordelijk blijft voor zijn problematiek. Als Schuldhulpmaatje sta ik vooral naast hem of haar, als een soort coach. Maar soms moet ik ook gewoon echt even zelf aan de slag een aantal zaken samen in gang te zetten. Daarmee voorkom ik dan dat de situatie nog verder uit de hand loopt, maar het zorgt er ook voor dat de hulpvrager weer meer moed krijgt om zelf ook echt dingen aan te gaan pakken.
Samen met de gemeentelijke schuldhulpverlening en andere maatschappelijke organisaties probeer ik, met de hulpvrager, de juiste weg in te slaan. Dit is soms behoorlijk zoeken, maar dat maakt het werk juist zo leuk. Ik houd er van om zaken tot op de bodem uit te zoeken en dan de goede oplossingen daarbij te vinden. Ik gebruik daarbij de kennis die ik zelf heb opgedaan (in mijn studie en in de praktijk), maar ook zeker die van anderen.”
Zijn er ook dingen die je lastig vindt?
“Ik vind het soms wel moeilijk om te zien in wat voor schrijnende situatie een hulpvrager zich kan bevinden. Zeker als er sprake is van een gezin. Vaak komen er veel problemen bij elkaar en heeft het hebben van schulden grote consequenties. Maar gelukkig kan ik het wel loslaten als ik ergens ben geweest, en neem ik de problemen niet mee naar huis.
Wat ik ook wel lastig vind, is dat er bij het aanpakken van de problemen vaak veel partijen betrokken zijn die niet allemaal even goed communiceren. Ieder heeft zijn eigen regels en procedures en dat kan het aanpakken van de schulden erg vertragen. Zeker als iemand wacht op de start van schuldsanering kan dat heel frustrerend zijn voor de hulpvrager.”
En wat doet het met jouzelf om maatje te zijn?
“Sowieso leer je als maatje ook over jezelf na te denken, over de manier waarop je voor de ander wat kunt betekenen. Maar ik ben ook nog beter gaan beseffen dat het leven waardvol is, en dat we bewust moeten genieten van mooie dingen, zoals in mijn geval de kinderen en kleinkinderen. En de moed en inzet van sommige hulpvragers inspireert mij ook. Omdat ik dit werk zo leuk vind om te doen, ben ik ook een opleiding tot schuldhulpverlener gaan volgen, die ik binnenkort hoop af te ronden. Zodat ik nog meer leer en zo breed inzetbaar ben voor hulp aan mensen die zelf die kennis niet hebben.”